passend onderwijs aan leerlingen met autisme
Poland, Ank | Paperback / softback | 22-03-2019 | 9789492333377
Beide auteurs hebben veel ervaring met autisme en begeleiding ervan in het onderwijs. Steeds weer stuiten zij op het feit dat kennis over autisme vaak niet verder gaat dan tips en trucs. In het passend onderwijs is echter meer kennis/inzicht nodig om de diepere laag van autisme te begrijpen. Wanneer je echt begrijpt waarom deze leerlingen anders denken en anders in het leven staan, kun je makkelijker met hen omgaan. In dit boek bieden de auteurs handvatten voor de onderwijspraktijk (zowel basis- als voortgezet onderwijs) met de theorie als basis. De tekst wordt verduidelijkt met een aantal voorbeelden.
Ank Poland werkte jarenlang als leerkracht autisme bij de Leo Kanner Onderwijsgroep waar ook een Steunpunt autisme aan verbonden was.
Marjoleine Steensma werkte als leerkracht, ambulant begeleider en kwaliteitsadviseur bij de Leo Kanner Onderwijsgroep in Oegstgeest.
Een belangrijke start in het omgaan met autisme is de (h)erkenning daarvan. In het eerste hoofdstuk lichten de auteurs dit toe.
Het tweede hoofdstuk beschrijft de verschillende theorieën van waaruit autisme meestal verklaard wordt. Deze drie cognitieve theorieën en een ontwikkelingstheorie vormen samen een goede basis voor het begrijpen van autisme, waardoor het mogelijk wordt de begeleiding van mensen met autisme met meer inzicht vorm te geven. Inzicht in de begeleiding is belangrijk omdat geen twee mensen met autisme hetzelfde zijn en autisme vele verschillende uitingsvormen kent.
Onderzoek heeft aangetoond dat de hersenen van leerlingen met autisme anders werken. Dit betekent dat zij bepaalde zaken minder goed kunnen, andere dingen juist beter doen en sommige dingen gewoon anders doen. Dit is het onderwerp van hoofdstuk drie.
In het vierde hoofdstuk worden het intelligentieonderzoek, het disharmonisch profiel en de verwerkingssnelheid met enkele punten die daarbij van belang zijn besproken, met name voor het onderwijs.
De emotionele ontwikkeling komt in het volgende hoofdstuk 5 aan bod. Wanneer er zorgen zijn rond de ontwikkeling van een leerling, of als er sprake is van gedrag dat niet begrepen kan worden uit andere zaken, zou het zinvol kunnen zijn om met meer aandacht naar dit onderwerp te kijken.
Jongens en meisjes zijn verschillend. Hoofdstuk 6 laat zien dat meisjes met autisme zich anders gedragen dan jongens met autisme.
Nadat diverse zaken rond autisme zijn besproken, kijken we in hoofdstuk 7 naar de verschillende consequenties daarvan in de praktijk. Welke factoren vormen een zodanige belasting bij autisme dat zij regelmatig als teveel worden ervaren en overbelasting in de hand kunnen werken. Deze factoren zijn onder te brengen in vijf verschillende categorieën die we aandachtsgebieden noemen.
Het begrip “probleemgedrag” vormt het onderwerp van hoofdstuk 8. Heel belangrijk is hoe naar dit gedrag wordt gekeken en vooral ook hoe daarmee wordt omgegaan. Vaak is bij autisme dit gedrag het resultaat van overprikkeling of overbelasting.
De vijf aandachtsgebieden voor het onderwijs komen in het volgende hoofdstuk (hoofdstuk 9) aan de orde, met perspectief op de manier van lesgeven.
De auteurs sluiten af met een hoofdstuk (hoofdstuk 10) over ondersteuning bij autisme, geïllustreerd met enkele praktijkvoorbeelden.
?