Naar een betere afstemming tussen kinderen met autisme en hun niet-autistische omgeving
Peeters, Wilfried | Paperback / softback | 17-05-2021 | 9789044138122
Wat heeft probleemgedrag met autisme te maken? Eigenlijk niets: autisme maakt kinderen niet agressief of gevaarlijk. Veel vaker zijn kinderen met autisme zelfs slachtoffer van agressie dan dader.
Geen kind met autisme kiest ervoor om probleemgedrag te stellen. Probleemgedrag is slechts de zichtbare buitenkant van de emotionele ontregeling die kinderen met autisme overvalt wanneer zintuiglijke prikkels, verwarrende informatie of beangstigende ervaringen hun verwerkingsmogelijkheden overstijgen. Sommige kinderen vallen dan anderen of zichzelf aan of vernielen huisraad. Anderen geraken in paniek, hyperventileren, ontwikkelen een depressie of lopen vast in dwangmatig gedrag.
Dit ontregelde gedrag weegt op gezinnen en verzwaart het werk van leerkrachten en begeleiders. In de eerste plaats bedreigt het echter de ontwikkeling en het welzijn van het kind zelf. Wie enkel dit probleemgedrag aanpakt, vergist zich echter van vijand. Probleemgedrag is vooral een signaal dat de leef- en leeromgeving onvoldoende afgestemd is op de noden en gevoeligheden van het kind met autisme. Vanuit een goed inzicht in hoe kinderen met autisme prikkels en informatie verwerken, kan elk van hun probleemgedragingen begrepen worden als een volstrekt logische reactie op een slecht afgestemde situatie. Kinderen met autisme hebben steeds goede redenen om probleemgedrag te stellen. Ons probleem is dat wij hun redenen niet altijd begrijpen. Daar wil dit boek iets aan doen.
Het eerste deel van dit boek wil het inzicht in probleemgedrag vergroten: wat is probleemgedrag, welke impact heeft dit op kind en omgeving, en welke factoren en mechanismen zorgen ervoor dat probleemgedrag ontstaat en blijft voortbestaan?
Het tweede deel reikt bruikbare handvatten aan om probleemgedrag van kinderen en jongeren met autisme op een systematische wijze in kaart te brengen en aan te pakken. De aanpak richt zich steeds op de hele gezins-, klas- of leefgroepdynamiek en niet enkel op wat het kind met autisme zegt of doet.
In het derde deel komen belangrijke basispatronen zoals angst, stress, dwang, verzet of agressie aan bod en wordt de onderliggende dynamiek toegelicht.
Wilfried Peeters is psycholoog en werkt bijna 30 jaar in de autismehulpverlening, waarvan het grootste deel in het expertisecentrum autisme van het UZ Leuven. Door de jaren heen gaf hij talloze vormingen aan hulpverleners en merkte hij de nood aan een helder en praktisch bruikbaar handboek om probleemgedrag aan te pakken bij kinderen en jongeren met autisme. Hij publiceerde hierover verscheidene artikels in wetenschappelijke tijdschriften. Momenteel werkt hij voor een mobiel kinderpsychiatrisch team van het UPC KU Leuven (yuneco combi) en is hij als lector verbonden aan de bachelor-na-bacheloropleiding autisme van de AP-hogeschool in Antwerpen.